De wooncoöperatie wordt in Nederland nog vaak gezien als een idealistisch alternatief. Het onderzoek van Marieke Kums en Carolin Koopmann plaatst Nederlandse naast Duitse vormen van collectief wonen en laat juist de pragmatiek zien: voor elke woonwens, portemonnee en lokale context is een passende ontwikkelvorm, eigendomsopzet, organisatiemodel en architectuur te bedenken.

Wat moet er naar aanleiding van jullie onderzoek anders rondom wonen?
In Nederland worden nieuwbouwwoningen doorgaans gerealiseerd door ontwikkelaars en woningcorporaties. Slechts een klein percentage van de woningen wordt door particulieren zelf gebouwd. Hierdoor blijft een aanzienlijk potentieel onbenut. Niet alleen wat betreft het aantal te realiseren woningen, maar ook als het gaat om een meer betaalbaar en divers woningaanbod.

Wat stellen jullie voor in het project om dat aan te pakken?
In Duitsland wordt ongeveer een derde van alle woningen door particulieren zelf gebouwd, waarbij een groot gedeelte deel uitmaakt van een wooncoöperatie. In Nederland krijgt het model van de wooncoöperatie steeds meer erkenning, maar er zijn weinig gerealiseerde projecten die als voorbeeld kunnen dienen. Het doel van ons project is om de bekendheid van het wooncoöperatiemodel in Nederland te vergroten en om 100 jaar aan ervaring van Duitse wooncoöperaties te delen. Dit doen we door middel van een boekpublicatie met gedetailleerde informatie over vijftien projecten, aangevuld met essays. Daarnaast geven we regelmatig lezingen over onze bevindingen.

Wat voor impact zou dat hebben?
We hopen bij te dragen aan de verbreding van kennis en daarmee de verdere ontwikkeling van wooncoöperaties in Nederland te ondersteunen.

Meer informatie en kom in contact met STUDIO MAKS

Ontwerpers: Marieke Kums en Carolin Koopmann
Stakeholders: o.a. Gemeente Tilburg, Plan W, Wooncoöperatie RR, Cooplink, Bundesverband en Baugemeinschaften